door Jim Friederich

Het Recreatieoord Hoek van Holland heeft een grote historische waarde voor de stad Rotterdam. De gemeente zou er dan ook goed aan doen om het park niet te verkopen maar in eigen beheer te houden. Dat stellen onderzoekers in een nieuw advies dat in opdracht van de gemeente Rotterdam werd uitgevoerd. De conclusies zijn opvallend omdat Rotterdam het vakantiepark alsnog het liefste in de etalage zet.

De onderzoekers, Van Meijel – adviseurs in cultuurhistorie (Nijmegen) en Els Bet stedenbouwkundige (Rotterdam) concluderen dat het in 1923 aangelegde oord van architectuurhistorisch en stedenbouwkundig belang is. ‘’Een plek waar ondanks alle veranderingen de oorspronkelijke ziel en sociale cultuur nog rondwaart.’’ 

De onderzoekers maakten gebruik van allerhande bronnen: boeken, oude foto’s, veldwerk ter plaatse en verhalen. Volgens hen is de verleiding om het kustgebied af te stoten groot. Daarom zou men er goed aan doen om het recreatieoord in de geest van het UNESCO-verdrag, als immaterieel erfgoed op te nemen in de Omgevingsvisie en het Omgevingsplan, is één van de adviezen. 

Excuses
Het college van B&W zoekt een koper die rekening houdt met de historie van het kamp en de belangen van de huisjeseigenaren. Toch strandde een voorstel voor ‘snelle verkoop’ eerder in de Rotterdamse gemeenteraad. De raadsleden vonden in meerderheid dat de recreanten te weinig gehoord waren. Verantwoordelijk wethouder Bas Kurvers (VVD) maakte excuses aan de huisjeseigenaren omdat hij hen te laat betrok bij zijn plannen. Hij beloofde volledige samenwerking met de recreanten. Ook de Rotterdamse ombudsman Annemieke Zwaneveld had kritiek op de handelswijze van het stadsbestuur en verklaarde alle 135 klachten die zij kreeg gegrond. Inmiddels liggen alle opties weer op tafel.

De actievoerders zijn blij met het nieuwste advies. ‘’De dreiging van een verkoop aan een commerciële marktpartij lijkt met de aanbevelingen in de verkenning weer een stap kleiner te zijn geworden’’, is de reactie.

De Rotterdamse gemeenteraad neemt in september 2021 een beslissing over de verkoop.